Haken en lijnen is een vismethode waarbij de vis wordt gelokt door natuurlijk of kunstmatig aas aan een haak, die bevestigd is aan het einde van een lijn of dwarslijn. Haken of metalen punten (jigs) worden ook gebruikt om vis te vangen door ze ‘vast te grijpen’ wanneer ze passeren. Haken en lijnen kunnen afzonderlijk of in grote aantallen worden gebruikt. De vis kan met de hand (kleinschalige visserijen) of machinaal (grootschalige visserijen) worden binnengehaald. Haken en lijnen worden gebruikt op verschillende dieptes zowel in binnenwateren als op zee. Lijnvissen maakt het mogelijk om vis te vangen op ruige bodems en schuilplaatsen tussen te rotsen. Gelieerde technieken: beugvisserij, longlining, hengel, jiggen Bij beugvisserij wordt er gebruik gemaakt van een hoekwant. Een hoekwant is lange lijn met minstens honderd haakjes (‘hoeken’), die wordt uitgezet en een getijde lang blijft liggen. Longlining is soortgelijk aan beugvissen. Men gebruikt een lange lijn met daaraan vele zijlijnen met haakjes voorzien met aas. Deze vangstmethode is berucht om de bijvangst van albatrossen, zeeschildpadden en zeldzame haaien. In de hengelvisserij worden hengels gebruikt, waaraan haken (soms) voorzien met aas worden bevestigd. De hengels worden manueel of machinaal bediend. Deze techniek (die soms met de Engelse term “pole and line” wordt aangeduid) maakt het mogelijk te jagen op vissen die in de richting van het oppervlak worden aangetrokken door het aas of door licht. Doelsoorten zijn o.a. tonijn, makreel, zalm en zeebaars. Vissen met een hengel heeft de een beperkte invloed op het milieu. Jiggen is vissen met lijnen met kunstaas. De lijn wordt met de hand of machinaal op en neer bewogen om een prooidier na te bootsen.