Visserij- en kweekmethoden

Sleepnetten

Sleepnetten zijn kegelvormige netten eindigend in een kuil die door de waterkolom of over de bodem worden gesleept. De sleepnetten worden aan weerszijde of aan de achterzijde van de boot voortgetrokken. Deze vangstmethode wordt veel gebruikt in de visserij op witvis (zoals kabeljauw, wijting en schelvis) en platvis (zoals tong en schol). Bodemsoorten leven vaak in gemengde groepen, zodat naast de doelsoort ook andere soorten in de netten terechtkomen. Deze vorm van visserij heet soms ook gemengde visserij. Sleepnetten worden op verschillende manieren opengehouden. Hieronder staan verschillende vangstmethodes beschreven die gebruik maken van sleepnetten.

Boomkorren

Boomkor (image © Seafish)

Bij de boomkor wordt een kuilnet aan de bovenkant opengehouden door een horizontale stalen buis, de ‘boom’, die aan beide uiteinden ondersteund en verzwaard wordt door ‘sloffen’. Deze sloffen scheren bij het vissen over de bodem. Met dikke stalen ‘wekkerkettingen’ die de bodem omwoelen wordt de vis opgejaagd. Er is in deze techniek veel bijvangst, aanzienlijke impact op de bodem en een hoog brandstofverbruik.

 Garnalenkor

Een garnalenkor is een lichtere vorm van boomkor. In plaats van wekkerkettingen wordt een ‘klossenpees’ gebruikt. Dit is een touw met rubberen klossen die over de bodem rollen om de garnalen op te schrikken. Meestal wordt een ‘zeeflap’ aangebracht in het net om bijvangsten te verminderen. Het is een effectieve manier om garnalen te vangen en het heeft een kleinere bodemimpact, maar niet verwaarloosbaar. Ook is er veel bijvangst.

Pulskor

Bij de pulskor zijn de wekkerkettingen vervangen door lichte draden die stroomstoten (pulsen) afgeven. Hierdoor schrikt de vis op uit de bodem. Dit tuig levert een aanzienlijke brandstofbesparing op (20-40%) t.o.v. een boomkor met wekkerkettingen en is tevens minder schadelijk voor de zeebodem. Ook is het een selectievere vorm van vissen, met minder bijvangst. De meeste pulskorvissers combineren de pulstechniek tegenwoordig met de ‘sumwing’. Dit heet dan pulswing. De hydrorig creëert waterwervelingen waardoor de platvis omhoog komt. Dit levert een brandstofbesparing op van 35% t.o.v. de traditionele boomkor. Ook de bijvangst is aanzienlijk kleiner. De neveneffecten van de ‘pulsen’ zijn echter nog niet bekend.

Bodemottertrawls

Bodemottertrawls zijn kegelvormige netten bestaande uit een lichaam, gemaakt uit normaliter twee, vier en soms meer panelen. De netten zijn afgesloten door een of twee kuilen. Bij de mond van het net zitten zijvleugels die zich voorwaarts uitstrekken vanaf de opening. Bodemottertrawls hebben meestal een langer bovenpaneel om te voorkomen dat vissen ontsnappen aan de bovenkant van het net. De mond van het sleepnet wordt verticaal opengehouden door drijvers en een verzwaard bodemtouw. Bodemottertrawls danken hun naam aan de grote vierkante ‘otter planken/borden’. Otter planken zijn vaak gemaakt van hout of staal en zijn zo gepositioneerd dat hydrodynamische krachten, die van toepassing zijn wanneer ze over de bodem worden gesleept, naar buiten worden geduwd en het net open houden. De planken werken ook als een ploeg, waardoor vissen het in worden gejaagd. Bodemottertrawls woelen de bodem om en er is vaak bijvangst van ondermaatse vis en niet-doelsoorten.

Spantrawls

Bij spantrawls worden kuilnetten door de waterkolom getrokken. Spantrawls worden door twee boten voortgetrokken en zo in de breedte opengehouden, samen met scheepsborden. Lange kabels van staal of een combinatie van touw kan worden ingevoegd tussen het net en de schering, om de breedte van het net te vergroten. Kabels van 4500 meter resulteren in een breedte van 4500 meter; Dat is twee keer de breedte van een conventionele ottertrawl/bodemtrawl. Deze vismethode maakt de vangst van hele scholen makreel of haring mogelijk. Over het algemeen is de bijvangst klein. Er is relatief laag brandstofverbruik en geen bodemimpact.

Zwevende ottertrawls

Zwevende ottertrawls zijn kegelvormig netten die door de waterkolom worden gesleept. De netten hebben een kegelvormig lichaam, doorgaans bestaande uit vier panelen, en eindigen in een kuil. Vanaf de opening zitten zijvleugels die voorwaarts uitstrekken. De horizontale opening van de zwevende ottertrawls wordt open gehouden door otter planken, de verticale opening door drijvers en gewichten. Zwevende ottertrawls hebben geen impact op de bodem en er is weinig bijvangst.

Dreggen

Dreggen zijn een vangstmethode waarbij gebruik gemaakt wordt van stalen frames waaraan een net is bevestigd. Op de voorkant van dit frame zitten vaak stalen punten die fungeren als een soort hark. Deze methode wordt gebruikt voor het vangen van o.a. mosselen, oesters en sint-jakobsschelpen.

Gemechaniseerde dreggen (waaronder zuigers)

Gemechaniseerde dreggen (waaronder zuigers) worden gebruikt om mosselen en andere schelpdieren uit de bodem te graven en te spoelen. Sommige dreggen zijn zo gemaakt dat schelpdieren kunnen uitgraven, verzamelen en transporteren naar het schip. Dit kan door middel van zuigers, die de schelpdieren vanuit het zand de boot op zuigen. Er is bodemimpact.

Dubbele bordentrawls

Dubbele bordentrawls zijn een samenstel van twee naast elkaar gesleepte trawlnetten die in de breedte worden opengetrokken door middel van twee scheerborden die aan de buitenzijdes van beide netten zijn bevestigd. Op het punt waar de twee netten en borden aan de binnenzijde bij elkaar komen, zijn de netten op een gemeenschappelijk punt verbonden. Dubbele bordentrawls worden aan de bovenkant opgehouden door drijvers. Aan de onderzijde hangen gewichten die het net bij de bodem houden. Dubbele bordentrawls zijn een effectieve vangstmethode voor ronde bodemvissen (bv. kabeljauw). Maar er is middelhoog brandstofverbruik en een aanzienlijke bodemimpact door de scheerborden.

Twinrig of multirig

zijn twee of meer kuilnetten die in serie naast elkaar zijn  geschakeld en aan de achterzijde van de boot voortgetrokken. In de Noordzee wordt met twinrig gevist op Noordse kreeftjes, kabeljauw, wijting en schelvis en in de zomer ook op schol, schar en mul. Het is een brandstof besparende vorm van sleepnetvisserij. Het heeft minder bodemimpact, maar veel bijvangst bij visserij op kleine kreeftjes (fijne mazen). Pelagische sleepnetvisserij gebruikt een kuilnet die door de waterkolom wordt getrokken. Scheepsborden houden het net in de breedte open.

Vanaf een schip bediende korren

Vanaf een schip bediende korren worden gebruikt voor het verzamelen van schelp- en schaaldieren van de bodem. Het schip sleept de kor over de bodem waardoor schelp-en schaaldieren worden gevangen. Korren zijn gelijk aan trawlnetten. Grote schepen kunnen meerdere korren tegelijk slepen, aan weerszijden van het schip. Deze vangstmethode heeft bodemimpact.

Vanaf een vaartuig bediende handkorren

Vanaf een vaartuig bediende handkorren zijn kleine, lichte korren die bestaan uit een mondframe met een kuilnet daarachter gemaakt van metalen ringen of mazen.

Handbeugel

De handbeugel is een soort hark met een net eraan, die met handkracht door de bovenste laag van de zeebodem wordt getrokken. De vissers werken bij laag tij op de zandplaten.