Aquacultuur: de zoektocht naar verduurzaming van visvoer

Ongeveer de helft van alle vis die we eten is gekweekt. Dit zal naar verwachting alleen maar meer worden. Viskweek wereldwijd groeit jaarlijks met bijna 6 procent. Wanneer viskweek, ofwel aquacultuur, op een verantwoorde manier wil groeien, zal er ook voldoende verantwoord visvoer moeten zijn.

Vismeel en visolie zijn belangrijke onderdelen van visvoer. Voor het voer worden kleine sprotachtige vissoorten gebruikt die wij meestal niet eten. Die visjes zijn wel belangrijk in het ecosysteem omdat ze voer zijn voor wilde vis. Ook van deze visjes moet dus genoeg overblijven in zee. Vaak wordt de afhankelijkheid gezien als het probleem. Deze afhankelijkheid van vis uit het wild heet ook wel de Forage Fish Dependency Ratio (FFDR). Het is beter wanneer kweekvis zo weinig mogelijk vismeel of visolie nodig heeft of zelfs vegetarisch is. Maar, minder gebruik van vismeel maakt het voer echter niet per se duurzamer. Vis kan een enorm efficiënte bron van eiwitten en omega-3 zijn. Daarbij zal deze vis voorlopig essentieel blijven voor visvoer, ook vanwege het welzijn van de vis en het omega-3 gehalte in het eindproduct (niemand zit te wachten op ‘vegetarische’ zalm die nauwelijks omega-3 bevat).

De zoektocht naar alternatieven voor vis in het voer verplaatst mogelijk de druk op de oceanen naar een druk op de landbouw. Denk bijvoorbeeld aan soya en granen. Die plantaardige alternatieven hebben ook een negatieve invloed op het milieu. Bossen worden gekapt, en er is veel water en bestrijdingsmiddelen voor nodig. Met het oog op de verwachtte groei, moet zorgvuldig overwogen worden of deze alternatieven een betere alternatief zijn dan het gebruik van vis in het voer. Bij de ontwikkeling van sommige alternatieven wordt er gelukkig al rekening gehouden met waterverbruik en landgebruik. Dit is bijvoorbeeld het geval bij onderzoekers die voornamelijk naar algen kijken. Andere onderzoekers testen of de vismeel (deels) vervangen kan worden door eiwitrijke gist. Er is nog onzekerheid, maar de ontwikkeling van deze alternatieve ingrediënten zijn volop in gang.

Op Nederlandse bodem zijn enkele veelbelovende alternatieven. Bijvoorbeeld de kweek van vliegenlarven voor eiwit. In Bergen op Zoom is onlangs de grootste insectenkwekerij ter wereld geopend. Plantaardige reststromen dienen als voer voor de insecten. Op deze manier kunnen de eiwitten uit vismeel en soja vervangen worden door een duurzaam alternatief. Maar kweekvissen (zoals zalm) hebben ook omega-3 vetzuren nodig. Het Nederlandse bedrijf DSM heeft met het Duitse bedrijf Evonik in de VS een fabriek opgezet: Veramaris. Deze fabriek produceert op commercieel schaal deze omega-3 vetzuren uit natuurlijke algen. De hooggeconcentreerde algenolie bevat dubbel zoveel EPA en DHA dan visolie. Met de huidige fabriek kan Veramaris 15 procent van de wereldwijde zalmindustrie van omega-3 vetzuren voorzien.

De zoektocht naar alternatieven voor vismeel en visolie is dus in volle gang! Good Fish Foundation ondersteunt van harte het gebruik van alternatieven in het voer. Maar voor alle opties, of dat nu vis of soja of vliegenlarf is: een duurzame herkomst is essentieel.

 

Afbeelding via Norwegian Seafood Council