Zeebaars krijgt in veel gevallen een rode score op de VISwijzer. Vooral in restaurants eten wij ongecertificeerde zeebaars die beter kan worden vermeden, want helaas zijn er zowel bij de gekweekte zeebaars als bij de ‘wilde’ zeebaars problemen. Lees meer hierover in onze factsheet!
Het grootste deel van de zeebaars die wij eten (96%) is gekweekte zeebaars, waarvan een groot deel uit niet gecertificeerde kwekerijen komt. De overige 4% bestaat uit wilde zeebaars, deze vind u meestal alleen in restaurants, hoewel mogelijk ook daar gekweekte zeebaars vaker voorkomt. Helaas zijn er problemen met zowel wilde als gekweekte zeebaars, zodat het beter is om geen van beide te kopen als de herkomst onduidelijk is.
Gekweekte zeebaars
Zeebaars wordt vooral gekweekt in de Middellandse Zee. Helaas zijn veel kwekerijen niet gecertificeerd, waardoor er geen regelgeving is om de volgende problemen te voorkomen. Ten eerste wordt het voer vaak gemaakt van niet-duurzame ingrediënten. Ten tweede vervuilt de kweek op zee het water met chemicaliën en uitwerpselen. Verder bestaat het risico dat gekweekte zeebaars ziekten verspreidt of ontsnapt en paait met zijn wilde soortgenoot. Kruising van gekweekte en wilde zeebaars kan de genetische diversiteit van wilde zeebaars doen afnemen, aangezien gekweekte zeebaars genetisch veel homogener is.
ASC gecertificeerde zeebaars is ook beschikbaar en is beter gereguleerd om de ecologische impact van het kweken van vis te verminderen. Dit maakt ASC gecertificeerde zeebaars een duurzame keuze, maar buiten de supermarkt is het moeilijk te vinden. Daarom kan, als de certificering niet kan worden gecontroleerd, gekweekte zeebaars het beste worden vermeden.
Wild gevangen zeebaars
Door opwarming van het zeewater is het bestand van wilde zeebaars in de Noordzee de afgelopen jaren verder noordwaarts getrokken, dit heeft onvoorspelbare gevolgen voor een visbestand dat er al jaren slecht aan toe is geweest. Gelukkig is het zeebaarsbestand sinds 2016 niet verder afgenomen, maar ook niet tot een gezond niveau gegroeid. Dat komt omdat het heel lang duurt voordat een vissoort weer binnen veilige biologische grenzen zit. Daarom wordt zeebaars beheerd met een soort vangstquotum (de hoeveelheid zeebaars die mag worden gevangen) en wordt het bestand ook gereguleerd met een gesloten seizoen.
Voor de vangst van zeebaars worden verschillende soorten vistuig gebruikt, aangezien zeebaars vaak als bijvangst in andere visserijtakken wordt gevangen. De quota worden laag gehouden om gerichte visserij minder aantrekkelijk te maken, maar omdat het een dure vis is, maakt dit illegale visserij helaas aantrekkelijker. Het merendeel van de wilde zeebaars die in Nederland op de markt is, is gevangen met niet-duurzame staandwantnetten of sleepnetten. Omdat vangstmethode en herkomst vaak onduidelijk zijn, kunt u het eten van wilde zeebaars het beste vermijden.
Gekweekte zeebaars
Aangezien zeebaars een populaire kweekvis is, bestaat er een ASC-certificaat voor deze soort, dat in supermarkten kan worden opgezocht. ASC garandeert dat zeebaars met hun label een verminderde negatieve impact heeft op de biodiversiteit vergeleken met gekweekte zeebaars zonder ASC-label en beschikt over een degelijke traceerbaarheidsprocedure om deze bewering kracht bij te zetten. Good Fish ondersteunt dit label als een duurzame keuze.
Een andere certificering voor zeebaars is GLOBAL GAP. Het omvat de hele toeleveringsketen, inclusief verwerkingsbedrijven. Good Fish beschouwt GLOBAL GAP als de minimumeis voor kweekvis en het niveau van duurzaamheid dat de basis zou moeten zijn om toegang te krijgen tot Nederlandse supermarkten.
Best Aquaculture Practices (BAP) is een Amerikaanse tegenhanger van ASC, in het leven geroepen door de Global Seafood Alliance. Ook zij certificeren de hele toeleveringsketen, inclusief verwerkingsbedrijven, maar ASC verslaat hen nog steeds als het gaat om traceerbaarheid.
Verder is zeebaars te vinden met een Friend of the Sea (FOS)-keurmerk. Hoewel de betrouwbaarheid van dit keurmerk is verbeterd, is het nog steeds niet transparant genoeg vergeleken met andere betrouwbare keurmerken. Daarom wordt FOS niet door het Wereld Natuur Fonds, noch door Good Fish gesteund als een betrouwbaar kwaliteitslabel.
Ten slotte is er ook nog biologische zeebaars te vinden in de supermarkten. Biologisch gekweekte vis staat voor een lager maximum aan vis in de kooien in vergelijking met conventionele praktijken, geen gebruik van preventieve geneesmiddelen of groeihormonen, en uitsluitend natuurlijke voortplanting.
Wilde zeebaars
Visserij op wilde vis kan een Marine Stewardship Council (MSC) of Best Seafood Practices (BSP) certificering behalen. Criteria voor deze certificeringen zijn een gezond bestand, goed beheer en een geringe impact op andere soorten en het ecosysteem. Zeebaarsvisserijen kunnen niet aan alle drie criteria voldoen en daarom zijn er geen gecertificeerde wilde zeebaarzen op de markt.
Bij niet-gecertificeerde aquacultuur is het visvoer vaak alleen geoptimaliseerd om de groei te bevorderen. Omdat zeebaars een roofvis is, betekent dit dat ze veel viseiwit en -olie in hun voer nodig hebben om snel te groeien. In een standaardvoer leidt dit tot een vismeelgehalte van 56% en een visoliegehalte van 7%, wat resulteert in een ongunstige vis-in-vis-uit verhouding van 3 op 1.
Bovendien wordt de herkomst van het vismeel en de visolie niet gecontroleerd op duurzaamheid of sociale aspecten. Het is waarschijnlijk dat de vis ingrediënten afkomstig zijn van overbeviste bestanden uit regio’s als Peru of Mauritanië, in plaats van uit vis-slachtafval of gezonde visbestanden.
In een regio als Mauritanië zijn er aanwijzingen dat de overbevissing voor vismeel honger veroorzaken onder de plaatselijke bevolking, aangezien 25% van de mensen daar al moeite heeft om aan voedsel te komen.
Gecertificeerde aquacultuur kent deze problemen niet. ASC of biologisch gecertificeerde zeebaars controleert op verantwoorde ingrediënten en stelt grenzen aan de verhouding vis-in-vis-uit van voer.
Het overgrote deel van de Europese zeebaarsaquacultuur vindt plaats op zee in kooien. Een toenemend aantal wordt echter aan land gekweekt in tanks met recirculatiesystemen.
De kweek in kooien op zee is afhankelijk van de natuurlijke uitwisseling van water om de uitwerpselen en overtollige voedingsstoffen uit voer te verwijderen. In gebieden met veel aquacultuur kan dit leiden tot plaatselijke eutrofiëring, vooral direct onder de kooien, met zelfs zuurstofarme zones tot gevolg. Als hier niets aan wordt gedaan, is dit schadelijk voor het plaatselijke ecosysteem.
Een ander probleem met kooisystemen is dat veel vissen samen in één kooi worden gehouden, en zoals bij elke vorm van intensieve kweek is de kans op het uitbreken van ziekten daardoor groter. Omdat kooisystemen open systemen zijn, is de kans groot dat de ziekte zich verspreidt naar andere kooien en naar wilde zeebaars in de buurt. In Europa is de meest voorkomende ziekte die bij zeebaars uitbreekt Viral Nerve Necrosis (VNN), waarvoor geen vaccin of geneesmiddel bestaat. Parasieten zijn ook een probleem bij de kweek in kooien; om ze te bestrijden worden vaak chemicaliën gebruikt, waardoor het water wordt vervuild.
Een laatste probleem bij de kweek in kooien is ontsnapte vis. Omdat zeebaars inheems is in Europa, kan elke ontsnapte gekweekte zeebaars een wilde zeebaars tegenkomen en paren. Gekweekte zeebaars is echter genetisch zeer homogeen in vergelijking met wilde zeebaars, wat betekent dat als deze kruising vaak voorkomt, de genetische diversiteit van wilde zeebaars afneemt. Dit maakt een wilde populatie kwetsbaarder voor ziekten en veranderingen in het milieu.
Vanwege de grote verscheidenheid aan ziekten die zeebaars kunnen treffen, worden antibiotica gebruikt als behandeling en als preventieve maatregel. In de EU bestaan echter voorschriften om het preventieve gebruik van antibiotica te verbieden. Zeebaars uit de EU heeft dan ook een kleinere kans om aan antibiotica te zijn blootgesteld.
Niettemin wordt veel van de in de EU verkochte zeebaars ingevoerd uit landen buiten de EU, zoals Turkije, ’s werelds grootste producent van gekweekte zeebaars. Als niet-EU-land hoeven zij zich niet te houden aan de EU-regelgeving inzake het gebruik van antibiotica. Het is waarschijnlijk dat buiten de EU geproduceerde zeebaars aan antibiotica is blootgesteld, vooral als het gaat om niet-gecertificeerde zeebaars.
Momenteel wordt de overgrote meerderheid van de zeebaars, zowel de gekweekte als de in het wild gevangen zeebaars, gedood volgens de onmenselijke methode van het levend afkoelen in ijsslurry of het laten stikken op land. Deze methoden zijn aversief en veroorzaken lijden gedurende lange perioden (minuten tot uren) voordat het bewustzijn verloren gaat, en worden beschouwd als een onaanvaardbare slachtmethode. In tegenstelling tot zalm en forel is elektronische bedwelming niet gebruikelijk, zelfs niet voor biologisch gecertificeerde zeebaars. Vanuit een oogpunt van welzijn is het beter om zeebaars volledig te vermijden.
Het kweken van zeebaars is sinds het begin van de jaren tachtig exponentieel toegenomen. Sinds 1992 heeft gekweekte Europese zeebaars de wilde vangst ingehaald. Tegenwoordig is 96% van de geconsumeerde zeebaars afkomstig uit de aquacultuur, als gevolg van de toegenomen vraag en de achteruitgang van de wilde visbestanden. In 2016 bedroeg de productie van gekweekte zeebaars internationaal 191.000 ton. Wereldwijd is Turkije veruit de grootste producent van gekweekte zeebaars. In de EU zijn Griekenland, Spanje, Kroatië en Italië de grootste producenten van zeebaars, in feite is het Middellandse Zeegebied goed voor 94% van de Europese productie van gekweekte zeebaars.
Het Europese zeebaarsbestand is sterk uitgedund sinds de toename van de zeebaarsvisserij in de 20e eeuw en schommelt sindsdien een beetje rond een nieuw stabiel maar laag punt. Dit heeft ertoe geleid dat de omvang van het zeebaarsbestand in het hele Europese verspreidingsgebied met 32% is afgenomen.
Noordelijke wateren
Het zeebaarsbestand in de zuidelijke en centrale Noordzee, de Ierse Zee, Het Kanaal, het Bristolkanaal en de Keltische Zee is sinds ongeveer 2011 afgenomen. Daarom is er sinds 2013 regelgeving gemaakt om de visserijdruk (F) te verlagen en sinds 2016 is de visserijdruk verlaagd tot onder de maximale duurzame opbrengst (MSY). Dit heeft echter slechts geleid tot een beperkte groei van het bestand, die waarschijnlijk te wijten is aan het feit dat de paaibiomassa (SSB) zich pas in 2021 heeft hersteld tot boven het minimaal veilige niveau (Blim), maar nog niet tot boven het niveau dat onder een voorzorgprincipe (Bpa) wordt genomen. Ook de rekrutering van zeebaars is sinds 2008 laag, een andere oorzaak van de achterblijvende groei van het bestand.
Noordelijke en centrale Golf van Biskaje
In de zuidwestelijke wateren van de Atlantische Oceaan is de toestand van de zeebaars beter. De SSB ligt niet alleen boven de limiet, maar ook net boven het niveau van het voorzorgprincipe. Bovendien ligt de visserijsterfte ruim onder het MSY-niveau. Zeebaars bevindt zich echter in een hachelijke situatie en opheffing van de huidige beheersmaatregelen zou de bestanden van zeebaars weer op een gevaarlijk niveau kunnen brengen.
Middellandse Zee
In de Middellandse Zee is het bestand sinds de jaren 90 naar schatting met 20-30% afgenomen. In de Middellandse Zee worden de visbestanden op nationaal niveau beheerd, wat nog steeds tot overbevissing leidt. Vooral omdat de noodmaatregelen die in de andere Europese zeebaarsgebieden zijn uitgevoerd, geen betrekking hadden op de Middellandse Zee. Dit betekent dat de populatie van zeebaars laag is gebleven als gevolg van overbevissing. Daar komt nog bij dat de klimaatdruk in de Middellandse Zee als gevolg van de opwarming van de aarde nog harder toeneemt.
Samenvattend
Volgens de ICES is het Europese zeebaarsbestand nog steeds kwetsbaar en groeit het slechts zeer langzaam. Volgens het advies van CEFAS kan het 15 jaar duren voordat het bestand zich volledig heeft hersteld.
Op het slechtste punt zag het ernaar uit dat de Europese zeebaarsbestanden in de nabije toekomst zouden instorten als er geen noodmaatregelen waren genomen. Een echte dreiging van uitsterven is echter alleen in de media beweerd en wordt niet door gegevens gesteund. Als de beheersmaatregelen op het voorzorgprincipe gebaseerd blijven, zal zeebaars in de komende twee decennia duurzamer kunnen worden geconsumeerd, maar vooralsnog is het beter het eten van wilde zeebaars te vermijden.
Wilde zeebaars wordt in de Noordzee met allerlei soorten vistuig gevangen: ijnen, boomkoren, staandwantnetten, zegennetten en pelagische sleepnetten worden allemaal gebruikt (tabel, 1). Volgens de ICES vindt 45% van de commerciële aanvoer van Europese zeebaars plaats met lijnen, waaronder handlijnen en hengels.
Van de drie belangrijkste visserijmethoden voor zeebaars kunnen handlijnen en hengels als duurzaam worden beschouwd. Dit komt omdat zij zeer selectief zijn en de zeebodem niet beschadigen. Deze methode wordt echter ook veel gebruikt om op illegale wijze zeebaars te vangen, en daarom moet men voorzichtig zijn met het kopen van “met hengel gevangen” zeebaars in een restaurant en is het beter deze te vermijden.
Staandwantnetten (fixed/drift nets) zijn het tweede meest gebruikte vistuig. Dit zijn “passieve” netten, dit betekent dat zij niet door vissersvaartuigen worden gesleept of voortgetrokken. Deze vistechnieken worden normaliter niet in verband gebracht met de vernietiging van de zeebodem. De netten kunnen echter worden achtergelaten of verloren gaan, waardoor spooknetten ontstaan die onbedoeld vis kunnen blijven vangen. Bovendien is er bij passieve methoden soms sprake van bijvangst van zeezoogdieren, zeevogels, haaien of schildpadden, afhankelijk van het vangstgebied. Dit is het meest significant in de Golf van Biskaje, maar in de Noordzee is de bruinvis soms het slachtoffer van deze netten.
In de Noordzee is de boomkorvisserij een andere vangstmethode waarmee vaak zeebaars wordt gevangen. Bij de boomkorvisserij wordt een net over de zeebodem gesleept om bijv. platvis te vangen. Omdat het om niet-scholende soorten gaat die naast vele andere voorkomen, is de boomkorvisserij een gemengde visserij met vaak hoge bijvangstpercentages. In feite is zeebaars geen doelsoort, maar zelf bijvangst in de visserij met dit vistuigtype.
Boomkorvisserij kan uiterst schadelijk zijn voor het ecosysteem van de zeebodem. Bij een vergelijking van de drie belangrijkste visserijmethoden voor zeebaars is dit dan ook de minst duurzame.
Europese zeebaars wordt beheerd in het kader van het gemeenschappelijk visserijbeleid, hoewel dit voor deze soort slechts gedeeltelijk effectief is. Er is geen gedeeld beheersplan met het Verenigd Koninkrijk voor dit bestand. Er zijn 5 verschillende bestanden in het noordoostelijke deel van de Atlantische Oceaan om het beheer en het advies van ICES specifieker te maken. De ICES geeft advies over de maximale vangst en de minimale instandhoudingsreferentiegrootte (MSR); dit advies is van kracht sinds 1983.
Er is geen totaal toegestane vangst (TAC), waardoor zeebaars in de commerciële visserij is vrijgesteld van de aanlandingsplicht. In de Nederlandse Noordzee geldt in plaats daarvan een aanlandingsbeperking voor zeebaars. Commerciële trawlers mogen slechts een bepaalde hoeveelheid zeebaars als bijvangst vangen, die beperkt is tot maximaal 5% van hun totale vangst. De commerciële staandwantvisserij hebben ook hun eigen vaste quota. Naast deze quota is er ook een gesloten seizoen.
Sinds 2015 zijn er nieuwe beheersmaatregelen ingevoerd, waardoor er minder zeebaars wordt gevangen, wat resulteert in een voorspelde toename van de biomassa in 2020 (zie figuur 1.)
In de Middellandse Zee wordt wilde zeebaars niet beheerd in het kader van het Europees gemeenschappelijk visserijbeleid, aangezien geen enkele vis uit de Middellandse Zee dat wordt. In plaats daarvan wordt de visserij op zeebaars in de Middellandse Zee alleen op nationaal niveau beheerd, wat helaas heeft geleid tot een gebrek aan doeltreffend beheer.
Commercieel vs. recreatie
Een maatschappelijk probleem bij de vangst van wilde zeebaars is het belangenconflict tussen commerciële en recreatieve visserij. Zeebaars is een populaire doelsoort voor zowel sportvissers als commerciële vissers vanwege de hoge prijzen die de vis opbrengt. Sportvissers hebben een belangrijke rol gespeeld in de achteruitgang van de zeebaars, zoals blijkt uit onderstaande figuur. Met als gevolg lagere quota voor commerciële vissers.
Tegelijkertijd hebben recreatieve vissers het gevoel dat zij aan strengere beperkingen zijn onderworpen, aangezien zij slechts twee individuele zeebaarzen per dag mogen vangen, met een minimummaat van 42 cm, met het risico op hogere boetes in vergelijking met commerciële vissers. Illegale vangsten zijn ook een oorzaak van veel vingerwijzen tussen de twee partijen.
Illegale visserij
Er is een groot probleem met de illegale visserij op zeebaars. Er zijn regelmatig verhalen van legale vissers die stropers illegale vangstmethoden zien gebruiken, zoals loden lijnen met weerhaken, en veel meer vis zien meenemen dan de toegestane twee vissen per dag. Ook is melding gemaakt van illegaal geplaatste staandwantnetten, en zijn sommige commerciële vissersvaartuigen betrapt met meer zeebaars aan boord dan volgens de regels is toegestaan.
Hoewel het niet kan worden geverifieerd, lijkt het erop dat foute hengelaars soms tot 10 kilo per dag vangen en daarmee genoeg verdienen om van stroperij hun beroep te maken. Vaak worden deze illegale vangsten verkocht aan lokale restaurants. Uit onderzoek dat Good Fish in 2018 heeft gedaan, blijkt dat deze achterdeurverkoop van zeebaars op aanzienlijke schaal gebeurt. Uit interviews met leveranciers bleek dat zij zeebaars tot wel 50 kg aangeboden kregen door hengelaars die regelmatig lange periodes op zee doorbrachten. Afgezien van de gevolgen voor de gezondheid van het bestand, betekent deze illegale handel ook een verlies aan controle op zaken als hygiëne en etikettering.
De zeehavenpolitie neemt jaarlijks honderden kilo’s zeebaars in beslag en de kwestie lijkt niet af te nemen, ook al riskeren stropers een boete van 1500 euro. Het blijft een probleem, zowel ecologisch als sociaal, want stropers hebben een cultuur van intimidatie gecreëerd, waardoor het recreatief vissen minder plezierig wordt.
Zeebaars is een echt roofdier, een soort hoog in de voedselketen, en heeft daarom voer van hoge kwaliteit nodig. Voor gekweekte zeebaars betekent dit dat het voer een hoog gehalte aan vismeel en -olie moet bevatten om aan de voedingsbehoeften van de vis te voldoen. Vaak zijn deze ingrediënten afkomstig van wilde bronnen, vooral als het gaat om niet-gecertificeerde aquacultuur, wat betekent dat vissersvaartuigen worden gebruikt om vis te oogsten voor de productie van deze ingrediënten. Zoals men zich kan voorstellen, zijn vissersvaartuigen afhankelijk van fossiele brandstoffen, wat bijdraagt aan de uitstoot van broeikasgassen (BKGe).
In een studie werd vastgesteld dat zeebaars in RAS-systemen een klimaatverandering-potentie (kg CO2 gelijk aan kg filet) heeft van 3,6. De meeste zeebaars wordt echter gekweekt in kooien, waarvan wordt verwacht dat ze een lagere CO2-voetafdruk hebben, meer vergelijkbaar met zalm (1,8 in Noorwegen, 3,3 in het VK). Niettemin wordt het verschil met in het wild gevangen vis nog groter geacht. Kweekvis zou zo’n 2-15 keer meer klimaatimpact hebben dan die van in het wild gevangen vis.
De CO2-voetafdruk van in het wild gevangen zeebaars hangt vooral af van het vistuig dat wordt gebruikt om zeebaars te vangen. Sleepnetten hebben bijvoorbeeld een zeer hoog brandstofverbruik, waarbij de boomkorvisserij de hoogste CO2-emissie heeft als gevolg van het zware gewicht en de weerstand die wordt veroorzaakt door het slepen van het vistuig over de zeebodem. Zeebaars wordt bij deze visserij alleen als bijvangst gevangen, maar door de manier waarop de quota in de Noordzee zijn verdeeld, is het zeer waarschijnlijk dat wilde zeebaars met dit vistuigtype is gevangen.
Passieve visserijtechnieken zoals staandwantnetten, hengels en handlijnen, hebben een aanzienlijk lager brandstofverbruik. Daarom heeft dit vistuigtype geen grote CO2-voetafdruk, zeker niet in vergelijking met de boomkorvisserij en de RAS-aquacultuur.
Als de consument bij het kopen van wilde zeebaars een keuze wil inzake CO2, zou hij de boomkorvisserij moeten vermijden.
Wild gevangen zeebaars is het best wanneer de paaiperiode voorbij is, dat wil zeggen buiten de maanden mei en juni. Dit komt omdat de kwaliteit van het vlees dan beter is. Desondanks is Good Fish van mening dat het consumeren van vis buiten het paaiseizoen weliswaar belangrijk is voor de kwaliteit van het vlees, maar dat het geen significant effect heeft op de gezondheid van het visbestand. Daarom is zeebaars die buiten het paaiseizoen wordt gekocht niet automatisch een duurzame vis. Voor gekweekte zeebaars is er geen bepaald seizoen waarin u ze het best kunt kopen, aangezien ze het hele jaar door verkrijgbaar is.
Ons advies is om geen Europese zeebaars te kopen op plaatsen waar de herkomst van de zeebaars moeilijk te controleren is, zoals in een restaurant of op de markt. Alleen in de supermarkt kunt u echt op de verpakking lezen of de zeebaars duurzaam is gecertificeerd.
Wilde zeebaars is niet duurzaam als hij wordt gevangen als bijvangst in de sleepnetvisserij, wat een rode score heeft op de VISwijzer. Zeebaars gevangen met een staandwantnet wordt ook niet als duurzaam beschouwd. Alleen met de lijn gevangen zeebaars kan als duurzaam worden beschouwd, maar vanwege de illegale visserij is het beter om ook die wilde zeebaars niet te kopen.
Het is wel mogelijk om zelf zeebaars duurzaam te vangen tijdens het recreatief vissen met de hengel. De vis moet dan wel minimaal 42 cm zijn, en u mag niet meer dan twee exemplaren per dag meenemen.
In een restaurant of op de markt kunt u beter een andere vis kiezen. Kijk op onze VISwijzer om te zien welke vissen duurzaam gegeten kunnen worden.
Good Fish maakt gebruik van cookies om jouw ervaring met deze website te optimaliseren. Door het gebruik van deze website ga je automatisch akkoord met het gebruik van functionele cookies en marketing en advertentie cookies.
Cookies zijn kleine bestanden die door ons op je computer, tablet of smartphone worden geplaatst om een website goed te kunnen gebruiken. Sommige cookies zijn noodzakelijk voor een optimaal gebruik van de website. Sommige cookies zijn extra.
Functionele cookies zijn nodig om de website te kunnen gebruiken, daarom staan deze altijd aan. Voor een optimale online ervaring, raden wij aan om extra cookies aan te zetten
Meer informatie over de verschillende soorten cookies en hun werking is te lezen in onze Cookie Policy.