Algemeen
Kabeljauwachtigen
De familie van de kabeljauwen bestaat uit de Atlantische-, Pacifische kabeljauw, steenbolk, wijting en witte-, Alaska- en zwarte koolvis. Ze leven graag dichtbij de bodem en komen zowel in kustwateren voor als in dieper water. Overdag zwemmen kabeljauwen in scholen, ’s avonds gaan ze uit elkaar om te foerageren. Het zijn omnivoren, die wormen, vis en schelp- en schaaldieren eten. Ze leggen jaarlijks grote afstanden af om te paaien en grote haring- en spieringscholen achterna te gaan.
Kabeljauw (Atlantische-, skrei, gul, stokvis)
De Atlantische kabeljauw leeft dicht bij de bodem, in de koudere wateren van de noordelijke Atlantische oceaan. Door klimaatverandering en de stijging van de zeewatertemperatuur verschuift het verspreidingsgebied van kabeljauw geleidelijk naar het noorden. De Atlantische kabeljauw kan 150 cm lang worden en 40 kg zwaar. Arctische kabeljauw die in het voorjaar naar de Noorse kust trekt om te paaien wordt ook wel ‘Skrei’ genoemd. Deze vis is ook vaak verkrijgbaar op de Nederlandse markt.