Laat babyvisjes zwemmen, kies voor ‘vergeten vis’!

‘Wat de boer niet kent dat eet hij niet’. Helaas eten wij Nederlanders maar een paar soorten vis. Sliptong is daar één van. En daarmee kiezen we voor een visserij waarin jaarlijks honderden miljoenen ‘babyvisjes’ nodeloos doodgaan. Een actiegroep van vissers, EMK, verspreidt hierover een onjuist beeld.

De kottervissers voeren een misleidende campagne. In een ultieme poging een Europese maatregel, de aanlandplicht, terug te draaien, probeert EMK mensen over te halen een petitie ondertekenen.

De groep plaatste op Facebook een foto van een container vol dode ‘babyvis’. Het bijschrift: “[..] Op last van Brussel, voor destructie aangeboden. Terwijl deze babyvisjes na vangst op zee normaal gesproken levend terug gaan”. Het bericht is al duizenden keren gedeeld en oogst veel verontwaardiging.

Veel van de visjes leven inderdaad nog als ze teruggezet worden. Maar uit onderzoek blijkt dat verreweg de meeste ‘babyvisjes’ kort na teruggooi doodgaan aan beschadigingen die ze opliepen terwijl ze gevangen, verwerkt en teruggegooid werden. In ons eerdere bericht lees je hier meer over. Het echte probleem is dus niet de Europese maatregel, maar de vismethode die deze Nederlandse vissers gebruiken.

Pubervis

Waarom worden de ‘babyvisjes’ waar EMK het over heeft eigenlijk gevangen? Je zou ze toch liever gewoon verder laten zwemmen? Ja. En ook vissers zeggen dat te willen. Maar, nog liever willen vissers vissoorten vangen die hun portemonnee spekken, zoals sliptong. Sliptong is jonge tong van ongeveer 24 centimeter, pubervis, bij wijze van spreken. Het is dus niet een andere tongsoort.

Sliptong is heel populair in restaurants. En daarom waardevol. Ze passen zo mooi in z`n geheel op een dinerbord, namelijk. Volwassen tongen (die worden ook wel zeetongen genoemd) zijn daar te groot voor zegt de chef. En omdat wij zo graag een sliptongetje eten, wordt er veel betaald voor een kilo. Een visser krijgt er minstens 10 euro voor. Een kilo schar daarentegen brengt nog geen 80 cent op.

Netten met fijne mazen

Soms bestaat in de sliptongvisserij de vangst voor meer dan driekwart uit bijvangst. Verreweg het grootste deel daarvan is ‘ondermaats’, dat zijn de ‘babyvisjes’ dus.

Zowel de vorm van de vissen als regels spelen een rol bij het vangen van de grote hoeveelheid ondermaatse vis. Vis mag pas aan land gebracht worden als deze geslachtsrijp is. Daarom heeft de Europese Commissie minimummaten ingevoerd. De minimummaat voor tong is 24 centimeter. Tong is niet de enige bodemvis: verschillende soorten zwemmen door elkaar. Voor schol, een andere platvis, is de minimummaat 27 centimeter. Tong heeft daarbij een slanker postuur dan andere soorten platvis.

Wil je dus sliptong van 24 centimeter vangen met een sleepnet, dan zal je een net met kleine mazen moeten gebruiken. De grotere mazen ‘slipt’ de tong immers door. Sleep je een net met kleine mazen over de bodem, dan vang je veel meer dan alleen sliptong. Vissoorten als schol, schar, tarbot en griet worden veel bijgevangen. Ook niet eetbare bodemdieren, zoals zeesterren, komen in het net terecht.

Wij zijn aan zet!

Zolang wij vooral sliptong willen zal de visser vooral die willen vangen. En dat gaat ten koste van al die ondermaatse andere vissen. Als wij meer waardering hebben voor de andere vissoorten in de vangst hoeven de vissers niet alleen achter die sliptong aan. Dan kunnen ze met wijdere mazen vissen. Schar of tongschar doen qua smaak niet onder voor tong. En als we toch een keer tong willen, dan kiezen we zeetong.