BLOG: Glasaalmonitoring met RAVON

Dit bericht wordt gefinancierd door

Elk jaar, van februari tot met juni, verzamelen honderden vrijwilligers zich samen met RAVON-ecologen bij tientallen gemalen door Nederland voor de glasaaltellingen. Op verschillende plekken in Europa wordt de intrek van glasaal langs de kust richting de binnenwateren gemeten. Deze metingen zijn het uitgangspunt voor het vaststellen van herstel van de paling en richtinggevend voor het te voeren (visserij)beleid.

Verschillende organisaties in Nederland verrichten de metingen, maar hanteren verschillende meetmethodes. Kennisinstituten, onderzoeksbureaus, NGO’s en de aalsector zijn het niet altijd eens over de juistheid van de data en hoe resultaten moeten worden geïnterpreteerd. Daarom rijst de vraag: welke kennisbasis kan worden gebruikt om betrouwbare uitspraken te kunnen doen over status en herstel van de glasaalintrek?

RAVON en Good Fish willen deze discussie verder brengen door alle partijen hierbij te betrekken en te onderzoeken welke stappen gezet kunnen worden naar een gezamelijke kennisbasis. Zij hebben hiervoor het project “Een toekomst voor de paling: Kennisplatform Aal II” opgezet. Binnen dit project gaat voor het eerst deze discussie in zijn volledigheid openbaar gevoerd worden.

Ervaring bij RAVON

Tom van Good Fish, loopt al eent tijdje mee om te helpen de jonge paling in kaart te brengen. Bij gemaal De Piet, waar Tom, samen met andere vrijwilligers de glasalen vangt en registreert, worden helaas maar zeer zelden glasalen aangetroffen. Dit heeft echter ook een andere reden dan alleen de slechte palingstand. Gemaal De Piet bevindt zich namelijk tussen het Veerse Meer en de polders van Zuid-Beveland, maar om daar te komen moeten de glasalen eerst een sluis door van de Oosterschelde naar het Veerse Meer. Omdat het Veerse Meer nog vrij zout is en de glasalen op zoek zijn naar zoet water, is het voor glasalen waarschijnlijk minder interessant om daarheen te zwemmen. Veel sterker is de aantrekkingskracht tussen zout en zoet water dan tussen zout, brak, en dan pas zoet water, en dus worden er ook daarom weinig glasalen gevangen.

Je zou kunnen denken dat de vispassage bij De Piet daarom minder nuttig is, maar dat is niet zo. Het is een van de weinige, zo niet enige passage van het Veerse Meer naar de polders van Zuid-Beveland. En naast glasaal maakt ook andere vis er gebruik van. Tenminste, tijdens het vissen worden vaak flinke aantallen brakwatergrondels en driedoornige stekelbaarzen gevangen. De door het waterschap ingehuurde binnenvisser vertelt ons dat hij deze vaak in zijn onderzoeksfuik aantreft aan de andere kant van de passage. Ook deze vissen zouden zonder de passage niet kunnen migreren, waardoor zij hun voortplantingscyclus niet goed kunnen doorlopen. Om zeker te zijn van de effectiviteit van deze passage is dit jaar daarom een proef met tags gedaan. De eerste resultaten suggereren dat de visjes die getagt waren vrij snel door de passage zwemmen nadat ze getagt zijn. De passage werkt dus goed voor die vissen en de paar glasaaltjes die hun weg vinden. Voor hun is deze passage dan ook van levensbelang!

Wil je ook af en toe op een vrije avond na zonsondergang een klein uurtje vissen naar glasaal? Kijk dan of er een gemaal bij jou in de buurt is en geef je op bij RAVON als vrijwilliger! Zo helpen we samen de aal, want alleen door te meten kunnen we zien of ons Europese palingbeleid gaat werken om de soort te herstellen. https://www.ravon.nl/Help-mee/Tellen/Vissen/Kruisnetmonitoring


Deze blog is opgesteld binnen het project ‘Een toekomst voor de paling: Kennisplatform Aal II’ mede mogelijk gemaakt door de Europese Unie via het Europees Fonds voor Maritieme Zaken Visserij (EFMZV).