Tarbot wordt voornamelijk bijgevangen in de schol- en tongvisserij. In 2017 is er onderzoek gedaan naar tarbot. Hieruit blijkt dat het bestand boven de referentiepunten en de visserijdruk onder de referentiepunten zitten.
De kieuwnetvisserij is een selectieve vismethode, maar over de hoeveelheid bijvangst van andere soorten en jonge vis is te weinig bekend. De visserij heeft een zeer beperkte invloed op de zeebodem. Een probleem in deze visserij zijn de incidentele bijvangsten van soorten als dolfijnen, bruinvissen en zeevogels. Het betreft vaak kwetsbare, beschermde en bedreigde soorten. De pulskor is een selectievere methode om platvis te vangen dan de traditionele boomkor, maar bijvangsten zijn nog steeds hoog en er wordt veel vis teruggegooid. De overlevingskans hiervan is klein. Een pulskor heeft minder zware effecten op de zeebodem, dan een boomkor. Het effect van elektrische pulsen op gevoelige soorten, zoals roggen, is echter niet volledig bekend.
Er is geen specifiek bestandsbeheer voor tarbot, maar wel een gezamenlijk TAC voor griet en tarbot. Deze is echter niet gebaseerd op wetenschappelijke advies en daarom niet maximaal effectief. Er is geen officiële minimumaanlandingsmaat voor tarbot, maar Nederlandse producentenorganisaties hanteren vrijwillig een aanlandingsmaat van 25-30 cm.