Verschillende soorten rog worden vaak onder dezelfde naam verhandeld. Twee Noordzeesoorten, de stekelrog en de kleinoogrog, staan op de rode lijst van het IUCN met bedreigde soorten. Roggen zijn gevoelig voor visserijdruk, omdat ze langzaam groeien, een lage vruchtbaarheid hebben en pas laat geslachtsrijp worden. Ze kunnen wel 50 jaar worden, maar als gevolg van de visserij in de Noordzee wordt deze leeftijd niet meer bereikt. Roggen worden bijgevangen bij de visserij op tong en schol. Er zijn aanwijzingen dat deze vaak weer worden teruggegooid.
Bij de boomkorvisserij wordt meer dan 50 % van de vangst teruggegooid, waarvan het grootste deel sterft. De zeebodem wordt omgeploegd door zware wekkerkettingen om de platvis uit de bodem te jagen. Het brandstofverbruik bij het vissen is erg hoog. Bij bodemottertrawls wordt de bodem ook beschadigd, hoewel de schade wel minder is dan bij de boomkor. Net als de boomkor heeft de bodemottertrawl-methode ook voor veel bijvangst.
Het beheer van roggen is niet effectief en vangsten worden vaak niet goed geregistreerd, verschillende soorten haaien en roggen worden onder dezelfde groep geschaard. Een verlaging van de totale bodemvisserijen zou de rog ten goede komen.